Stichting Hilversum Marketing: te duur, te haastig, te groots

Stichting Hilversum Marketing: te duur, te haastig, te groots

Hart voor Hilversum is kritisch over de oprichting, op 19 december j.l., van de Stichting Hilversum Marketing zoals aangestuurd door Wethouder Jaeger (D66). In de commissie Economie en Bestuur op 22 november j.l. heeft Hart voor Hilversum al eerder aangegeven dat we vòòr citymarketing zijn, maar niet in de gecentraliseerde en dure vorm, die de wethouder voorstelde en nu overhaast neerzet.

Het doel van de Stichting is om het ‘merk’ Hilversum beter te promoten. Hart voor Hilversum is natuurlijk niet tegen het promoten van Hilversum als winkel-, uitgaans- of mediastad. Integendeel, een levendig centrum met winkel- en horecagelegenheden en evenementen vinden wij erg belangrijk. Onze bezwaren tegen het oprichten van de Stichting zijn:

Graag willen wij op bovenstaande punten nader ingaan:

De raad heeft op 6 december 2017 ingestemd met het beschikbaar stellen van € 333.000 euro uit de algemene middelen voor de citymarketingorganisatie. Impliciet in het raadsvoorstel stond beschreven dat ook nog eens 548.000 euro uit de gemeentebegroting zullen worden getild om als subsidie aan de Stichting Hilversum Citymarketing beschikbaar te stellen. (Kan dit zomaar? Welke taken en personeel horen hierbij?). Hart voor Hilversum heeft niet ingestemd met het raadsbesluit, want wij vinden 881.000 euro heel veel geld, voor een nieuwe, startende citymarketing- organisatie. Wij vinden dit budget schril afsteken tegenover de bedragen die aan andere stichtingen verstrekt worden. Ook de hoogte van het salaris van de directeur/bestuurder van zo’n 7.500 euro bruto per maand (gelijk aan een wethouderssalaris) stuit ons tegen de borst.

Wij van Hart voor Hilversum vinden dat er voor de promotie van Hilversum geen dure organisatie opgetuigd hoeft te worden. De citymarketing-activiteiten kunnen wat ons betreft prima gedaan worden door de bestaande ambtenaren in het raadhuis, zo nodig met de ondersteuning van externe deskundigen en natuurlijk in nauwe samenwerking met bestaande stichtingen zoals het Stadsfonds, Centrummanagement en de horeca- en winkeliersverenigingen. Ook centrale regie op de evenementen en activiteiten in de stad is voor veel organisaties in Hilversum net een brug te ver. De winkeliers bij de Gijsbrecht en het Stadsfonds willen, terecht, meer autonomie. Samenwerken, afstemmen en gezamenlijk communiceren laat elke organisatie beter in zijn waarde.

Hart voor Hilversum had de indruk dat, doordat wethouder Jaeger de Stichting “onder stoom en kokend water” oprichtte voor de Kerst, er slordig gehandeld was. Dat blijkt ook zo te zijn. Zo heeft het college verzaakt, na eerste bespreking met de commissie in november 2017, het formele besluit tot oprichting van de Stichting te nemen. Ook blijkt dat dat de ambtenaar, Opdrachtgever Media, die op 19 december bij de notaris zat voor de oprichting, daartoe op dat moment niet bevoegd was. Beide zaken zijn, mede door de aanhoudende procesvragen van Hart voor Hilversum, geconstateerd en achteraf met 2 besluiten met terugwerkende kracht door het college op 27 februari gecorrigeerd. Broddelwerk.

Er is nog iets raars. Bij de oprichting van een Stichting met een Raad van Toezicht is de normale procedure, dat eerst een Raad van Toezicht wordt benoemd en dat deze daarna de bestuurder van de Stichting werft en benoemt. Deze procedure was ook vermeld in eerder commissiestukken, die wij ontvingen over Citymarketing. Vanwege haast benoemde dit college nu eerst een bestuurder en komt de Raad van Toezicht later. De benoemde bestuurder is “voor het gemak” een gemeenteambtenaar, die ook werkt als programmamanager Media. De bestuurder van de stichting is vrij is in de besteding van gelden van de stichting. Maar de subsidie is nog niet verstrekt. Toch is er al geïnvesteerd in de huisvesting: de zwarte container op het Stationsplein met LiveHilversum erop. Het interieur is ingericht en het team is al aan de gang. In het collegebesluit van 27 februari staat dat het bij de oprichting in december de bedoeling was dat de gemeenteambtenaar deze uitgaven deed als bestuurder van de stichting. Maar dan zijn de uitgaven gedaan, zonder dat er controle door een Raad van Toezicht was. In hetzelfde stuk schrijft het college daarom dat men achteraf, slechts 2 maanden later dus, toch maar besluit dat de ambtenaar deze uitgaven heeft gedaan onder verantwoordelijkheid en controle-regels van de gemeente. De uitgaven worden van de ene boekhouding naar de andere geschoven. Al met al een hele vreemde zaak!

Ook besluit het college op 27 februari dat men de periode van 1 januari tot en met 31 maart als opstartfase ziet, waarin het college alle kosten voor de stichting vast betaalt, totdat de subsidieaanvraag, die nu nog in behandeling is, goedgekeurd is. Goh, heeft u dat ooit eerder gezien? Dat de gemeente alvast voor een stichting in oprichting de kosten betaalt, ook al is het nog niet zeker of de vergunningaanvraag wordt goedgekeurd? En dat een duur betaalde ambtenaar gratis de eerste 3 maanden de stichting in oprichting trekt?

In het verleden hebben wij al eerder gewaarschuwd dat de voortvarendheid, waarmee plannen worden voorgesteld en uitgevoerd door deze wethouder, tot fouten gaat leiden. Los van de bovenvermelde ‘omgekeerde volgorde’ (eerst een bestuurder benoemen en dan de Raad van Toezicht) is er bij de oprichting van de Stichting meer fout gegaan. Bij de procedure is artikel 169 van de Gemeentewet, welke aangeeft dat de raadsleden door het college moeten worden ingelicht over alle onderwerpen waar de raadsleden vragen over hebben, niet toegepast. Het kostte zeer veel moeite om de stukken beschikbaar te krijgen.

De raads- en commissieleden van Hart voor Hilversum nemen hun controlerende taak erg serieus. Vandaar dat we in een aantal gesprekken met de wethouder om aanvullende informatie gevraagd hebben, vooral over de tijdslijn in de oprichtingsprocedure van de Stichting en over de informatievoorziening naar de raad. Ook het collegebesluit van 31 oktober j.l. bleek geheim te zijn en het heeft ons grote moeite gekost om dit besluit en de bijlagen openbaar te krijgen. Uiteindelijk is het gelukt maar echt soepel liep het wat ons betreft allemaal niet.

Tijdens de komende raadsvergadering, op 7 maart, staat de Stichting Hilversum Marketing weer op de agenda. Er wordt aan de raad gevraagd ‘citymarketing’ als een Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB) aan te wijzen en de Stichting Hilversum Marketing 10 jaar lang het recht te geven deze dienst uit te voeren. Belangrijke punten zijn voor Hart voor Hilversum: is deze DAEB-aanwijzing hier toepasselijk om “ongeoorloofde staatssteun” te voorkomen? Het exploiteren van de grote mediaschermen en de buitenreclame kan bijvoorbeeld prima aan de markt overgelaten worden. En het uitvoeren van taken rond precario, terrasvergunning, gevelreclame en gevelfonds kunnen we misschien helemaal niet weg doen bij de gemeente. Tevens is er is nog onduidelijkheid over de de aanbestedingsplicht van de stichting. Ook vragen wij ons af of door de BTW-plicht van de stichting een groot deel van de subsidie aan de stichting op zal gaan aan BTW. Hart voor Hilversum zal de wethouder over de haastige start en de zojuist beschreven risico’s/knelpunten die daaruit voorkomen aanvullende vragen stellen in de komende raadsvergadering.

Een kernwaarde van Hart voor Hilversum is fatsoenlijk bestuur. Dat motiveert ons om hier bovenop te blijven zitten. Wij volgen de ontwikkelingen kritisch en houden u op de hoogte van verdere ontwikkelingen.

Met vriendelijke groeten,

Henk Blok
Michiel Eerenberg
Fractieleden Hart voor Hilversum

05-03-2018 Deel
Deze website is gemaakt met Websitemachine.nl